Naar aanleiding van de monumentenaanvraag van het Cuypersgenootschap en Heemschut Amsterdam heeft de gemeente op 11 november besloten een gedeelte van blok 1 aan de Tugelaweg buiten bescherming te laten, zodat voor eigenaar Ymere de weg vrij is om dat, om historische redenen belangrijke, deel te slopen.
Na een lang en moeizaam overleg hebben wij op 15 april via een spoedprocedure voor drie woonblokken van het Bouwfonds van Handwerkers Vriendenkring (HWV) aan de Tugelaweg de status van gemeentelijk monument aangevraagd. De drie door architect J.H.W. Leliman ontworpen blokken, ooit waren er vijf, vormen een beeldbepalend ensemble in de Transvaalbuurt. Naast de architectonische en stedenbouwkundige waarden is het complex van belang als eerste en grootste wooncomplex van HWV, gebouwd tussen 1917 en 1924, waar voor de bezetting merendeels Joodse huurders woonden.
Belangrijk Joods erfgoed
Uniek aan blok 1 is het lage gedeelte in de Spitskopstraat. Toen na de deportaties veel woningen leeg stonden is gedurende de hongerwinter het hout uit deze huizen gesloopt. Hierdoor zijn de panden gedeeltelijk ingestort; na de oorlog is dit deel slechts gedeeltelijk, niet meer tot de oorspronkelijke bouwhoogte heropgebouwd. Op geen andere locatie in de stad is zulke oorlogsschade nog zichtbaar, daar werden panden soms geheel herbouwd of vaker werden hele bouwblokken rigoureus gesloopt.
Vanwege de geschiedenis van HWV en de oorlogsschade kan het complex worden beschouwd als belangrijk monument van Joods Amsterdam, van de deportaties en de hongerwinter. Een geschiedenis die niet mag worden uitgewist door gedeeltelijke sloop-nieuwbouw van blok 1.
Advies COK niet opgevolgd
Ook de onafhankelijke subcommissie monumenten van de Commissie Omgevingskwaliteit heeft nadrukkelijk op deze belangrijke te behouden historische waarden gewezen. De gemeente besluit nu dus gedeeltelijk contrair aan dat advies. Wethouder Scholtes had ons een gesprek op locatie over dit en ander Joods erfgoed toegezegd, maar hield uiteindelijk de boot af en kwam zijn belofte niet na.
Woningen ten koste van erfgoed
Het bestuur weegt in het besluit de monumentale waarden af tegen het belang van woningbouw. Woningcorporatie Ymere (de opvolger van HWV) wil het lage gedeelte slopen ten behoeve van meer woningen. Dat uitbreiding van de woningvoorraad, ook door verdichting in oudere buurten belangrijk is, zal niemand ontkennen. Helaas stagneren in Amsterdam al enige jaren grote en grootse woningbouwprojecten, zoals Havenstad (in het westelijk havengebied), het Marktkwartier (op een deel van het groothandelsterrein) en Entreegebied Gulden Winckel (in stadsdeel West). Elke woning extra in de bestaande stad wordt hierdoor van groot belang, maar het is heel wrang als dit ten koste moet gaan van goed te renoveren woningen, van Joods erfgoed dat voor de geschiedenis van Amsterdam van groot belang is.
Morele verplichting
Tijdens de oorlog kwam het bezit van HWV in handen van de gemeente. Zonder rechtsherstel of enige compensatie werden de woningen overgedragen aan het Gemeentelijk Woningbedrijf (thans Ymere). Ook deze overdracht behoort tot de tragische geschiedenis van het complex. Het schept de morele verplichting om behoedzaam om te gaan met deze erfenis en het complex zorgvuldig, zonder ingrijpende en onnodige sloop-nieuwbouw, te renoveren.
Foto: Stadsarchief Amsterdam