Nieuwsbericht

Kantoorgebouwen 'Peper en Zout' van Van Gool monument

Op verzoek van Heemschut Amsterdam heeft stadsdeel Centrum op 6 december jl. Weteringschans 26 en 28 aangewezen als gemeentelijk monument. De kantoorgebouwen werden eind jaren zeventig ontworpen door architect Frans van Gool en in 1980 opgeleverd. Het contrast tussen de twee ‘kantoorvilla’s’ en hun omgeving leidde nog tijdens de bouw tot een ware Amsterdamse rel. Diverse columnisten spraken destijds hun afschuw over de kantoren uit en betitelden de gebouwen als ‘wolvenesten’ en ‘doodskoparchitectuur’.

Inmiddels kan met meer distantie naar de discussie van toen worden gekeken. Weteringschans 26 en 28 - bijnaam Peper en Zout - vormen belangrijke werken in het oeuvre van architect Van Gool, die er naar eigen zeggen ‘voor 95 procent’ in was geslaagd om in het ontwerp zijn opvattingen over plaatsing van nieuwe architectuur in een bestaande context te realiseren. Die opvattingen zijn weliswaar geheel anders dan de opvattingen van tijdgenoten van Van Gool, maar daarom wat Heemschut betreft niet minder waardevol; wellicht juist des te waardevoller. De gebouwen tonen aan dat er in Amsterdam eind jaren zeventig behalve het dominante thema van inpassing ook andere visies op stadsvernieuwing bestonden.

Ontwerp
Stedenbouwkundige overwegingen hebben grote invloed gehad op het ontwerp van Van Gool. Hij was onder de indruk van de bebouwing rond de Singelgracht en sprak van een aantal ‘solide incidenten’ in de vorm van het Amstelhotel, De Nederlandsche Bank en het Rijksmuseum. Vanwege de hoge kwaliteit van de omgeving was Van Gool ervan overtuigd dat Peper en Zout niet moesten wedijveren met de bestaande bebouwing, het Rijksmuseum voorop. Dit bracht hem ertoe zijn gebouwen niet aan de omgeving te relateren, maar juist te streven naar opzichzelfstaande, autonome architectuur, die tegelijkertijd niet af zou leiden van de bestaande omgeving. Van Gool liet slechts de loop van de Singelgracht en de Boerenwetering terugkomen in de geknikte vorm van de gevels. Daarmee week zijn aanpak van stadsvernieuwing sterk af van op dat moment populaire architectuur van stadsvernieuwers als De Ley, Theo Bosch en Van Eyck, die in hun ontwerpen juist nadrukkelijk de relatie met de bestaande of vroegere bebouwing aanhaalden.

Philips
De oorspronkelijke opdrachtgever van de twee kantoorgebouwen was Philips Pensioenfonds. Na enige tijd ging het project over naar een Duitse investeerder, maar het doel bleef ongewijzigd: luxe, makkelijk te verhuren kantoorruimte realiseren in de ‘bufferzone’ tussen de oude binnenstad en de negentiende-eeuwse uitbreiding daaromheen. De architectuur van Peper en Zout werd enerzijds bepaald door het programma, dat zoveel mogelijk vloeroppervlak vroeg, en anderzijds door de wens van Van Gool te komen tot een autonome architectuur die zowel de bestaande omgeving als de gebouwen zelf ‘overeind houdt’. Zijn gebouwen moesten daarnaast volgens hem enige distantie tot de omgeving bewaren. Zo kwam hij tot een betonconstructie met gevels van baksteenvlakken, die met opzet een grijze kleur kregen om niet de kleur van het Rijksmuseum of dat van de bebouwing aan de Weteringschans over te nemen. De uitkragingen waren tegelijkertijd een manier om extra vloeroppervlak te creëren en een manier om de villa’s een eigen vorm mee te geven. De ramen ontwierp hij bewust bijna vierkant van vorm, om zo enige referentie aan de in Amsterdam gebruikelijke raamorde te voorkomen.

Rijksbouwmeester
Frans van Gool (1922-2015) werd geboren in Antwerpen maar verhuisde al snel naar Rotterdam. Na de mts en een cursus voortgezette bouwkunst trad hij in dienst bij Van den Broek en Bakema. 1957 associeerde hij zich met Oyenaar en Stolle. Uit deze periode stamt onder meer het ‘Plan van Gool’ in de Buikslotermeer. In Amsterdam realiseerde Van Gool verder projecten als het kantoorgebouw aan de Overschiestraat 55-57, de parkeergarage van De Bijenkorf en woningbouw in Holendrecht en de Buikslotermeer. Ook in de rest van Nederland zijn veel ontwerpen van Van Gool te vinden. Aan het eind van zijn carrière was Van Gool korte tijd Rijksbouwmeester.

Verheugd
Heemschut Amsterdam is verheugd dat Peper en Zout nu als gemeentelijk monument tegen aantasting zijn beschermd. De gebouwen tonen de volstrekt eigen wijze waarop Van Gool is omgesprongen met stadsvernieuwing op een beeldbepalende plaats in Amsterdam. Daarnaast vormen de gebouwen een tastbare herinnering aan het felle maatschappelijk debat over nieuwe architectuur in de bestaande stad.


U kunt Heemschut op diverse manieren helpen. Dit varieert van het lid worden tot zelf actie voeren voor erfgoed. Daarnaast kunt u Heemschut ook steunen door te schenken of na te laten. Dat kan rechtstreeks of via een gift of legaat aan onze steunstichting: www.heemschuthulpfonds.nl.

De beschermvrouwe van Heemschut is H.K.H. Prinses Beatrix

Erfgoedvereniging Heemschut

 Nieuwezijds Kolk 28
1012 PV Amsterdam
 020 622 52 92
 info@heemschut.nl

Volgt u ons al?

Copyright © 2024 Heemschut / AanZee.nl
Gegevens uit het donateurs- of ledenbestand worden niet zonder toestemming van donateurs of leden beschikbaar gesteld aan derden.